Instellingen voor e-mailberichten
Ga naar
Berichten
en kies
Opties
→
Instellingen
→
.
Open
Mailbox in gebruik
om de mailbox te selecteren die u wilt gebruiken.
Instellingen voor mailboxen
Opties bij het
bewerken van e-
mailinstellingen:
Bewerkingsopties
,
Nieuwe
mailbox
,
Verwijderen
,
Help
en
Afsluiten
.
Kies
Mailboxen
om een lijst met gedefinieerde mailboxen te openen. Als er geen
mailboxen zijn gedefinieerd, wordt u gevraagd dit alsnog te doen. De volgende lijst met
instellingen verschijnt (raadpleeg de aanbieder van uw e-mail voor de juiste gegevens):
•
Mailboxnaam
- geef een beschrijvende naam op voor de mailbox.
•
Toegangsp. in gebr.
(
te definiëren
) - het gebruikte Internet-toegangspunt voor de
mailbox. Kies een Internet-toegangspunt uit de lijst.
Zie “Instellingen verbinding” op
pagina 74.
•
Mijn e-mailadres
(
te definiëren
) - geef het e-mailadres op dat u van uw aanbieder
hebt gekregen. Het adres moet het teken @ bevatten. Antwoorden op uw e-
mailberichten worden naar dit adres verzonden.
Copyright © 2004 Nokia. All rights reserved.
Berichten
66
•
Server uitgaande mail:
(
te definiëren
) - geef het IP-adres of de hostnaam op van de
computer die uw e-mail verzendt.
•
Bericht zenden
(netwerkdienst) - bepaal hoe e-mail op uw telefoon wordt verzonden.
Meteen
- zodra u
Zenden
kiest, wordt verbinding gemaakt met de mailbox.
Bij besch.
verb.
- e-mail wordt verzonden de eerstvolgende keer dat u verbinding maakt met uw
remote mailbox.
•
Kopie naar mij
- kies
Ja
om een kopie van het e-mailbericht in uw remote mailbox op
te slaan en op het adres dat u hebt opgegeven bij
Mijn e-mailadres
.
•
Handtek. opnemen
- kies
Ja
om een handtekening aan uw e-mailberichten toe te
voegen en de tekst hiervan op te stellen of te bewerken.
•
Gebruikersnaam:
- geef de gebruikersnaam op die door uw aanbieder is verstrekt.
•
Wachtwoord:
- geef uw wachtwoord op. Als u dit veld niet invult, moet u een
wachtwoord opgeven wanneer u verbinding maakt met de remote mailbox.
•
Server inkom. mail:
(
Te definiëren
) - geef het IP-adres of de hostnaam op van de
computer die uw e-mail ontvangt.
•
Mailboxtype:
- hier geeft u het e-mailprotocol op dat door de aanbieder van uw remote
mailbox wordt aanbevolen. U kunt kiezen uit
POP3
en
IMAP4
.
U kunt deze optie slechts één keer instellen. De instelling kan niet worden gewijzigd
als u de mailboxinstellingen hebt opgeslagen of hebt afgesloten.
•
Beveiliging
- wordt gebruikt met de protocollen POP3, IMAP4 en SMTP om de
verbinding met de remote mailbox te beveiligen.
•
APOP beveil. inloggen
- wordt gebruikt met het POP3-protocol om wachtwoorden te
coderen bij verzending naar de remote e-mailserver. Deze optie is niet beschikbaar als
u IMAP4 hebt geselecteerd als
Mailboxtype:
.
•
Bijlagen ophalen
(niet beschikbaar als het e-mailprotocol POP3 is) - voor het ophalen
van e-mail met of zonder bijlagen.
•
Berichtkop. ophalen
- hiermee bepaalt u hoeveel e-mailberichtkoppen er worden
opgehaald. Beschikbare opties zijn:
Alles
en
Door gebr. gedef.
. Wordt alleen gebruikt bij
het IMAP4-protocol.
Copyright © 2004 Nokia. All rights reserved.
Berichten
67